"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

zaterdag 10 augustus 2013

Étang de la Sous

The more you know about a species, the more you understand about how better to help protect them.

Alan Clark
Met dat credo van Alan Clark in ons achterhoofd brachten Rein en ik op onze reis in de Brenne vele leuke uren door in de luxe-kijkhut van Étang de la Sous waar de vogels en zoogdieren soms tot aan de luikjes zwemmen/vliegen/lopen. Van enkele soorten konden we dagenlang het gedrag observeren wat erg leerzaam was.
Dit was telkens ons schouwtoneel, een vijver met enorme rietpartijen. Een magneet voor rietgebonden vogels en waterstruinders.
Een van de speciaalste soorten zijn de broedende Witwangsternen (Chlidonias hybrida), te herkennen aan de opvallende witte wang onder het oog. Zij waren in deze juniweek meestal nog volop bezig met de nestbouw. Eentje kwam op een paaltje zitten, op zijn gemak inspecteerde hij zijn omgeving, kotste eventjes een oranje brij van visolie en begon zijn veren te poetsen.
Regelmatig kwamen de anderen voor de luiken van de kijkhut één van de biezen plukken om het nest vorm te geven verderop op de bladeren van de Gele plomp (Nuphar lutea). Hun nesten zijn beschermd door kippengaas tegen zwemmende rovers. Het hoeft niet gezegd dat kolonies van Witwangsternen wederom een zeldzaam feit zijn in West-Europa. Vorig jaar in augustus kon ik met eigen ogen aanschouwen hoe de jongen gevoerd werden en werd mijn gehoor bestookt met het gigantische kabaal dat één zo'n kolonie, vaak in stereo met de kokmeeuwen, kon produceren.
Ondertussen waren de Futen (Podiceps cristatus) steeds in de weer om vissen te vangen, tot tegen de kijkhut toe, voor hun hongerige en zeurend piepende kroos. Regelmatig konden we de voedseloverdracht waarnemen tussen het riet en de biezen door. Soms pakte de ouder het te grote visje terug af om het letterlijk een kopje kleiner te maken voor het onverzadigdbare jong.
Ook Geoorde futen, met hun doordringende rode ogen die de waarnemer steeds strak lijkt aan te kijken, waren op jacht. Zij leken zich nog geen zorgen te maken over jongen. Waarschijnlijk waren het mannetjes terwijl hun gemalin op het nest trouw zat te broeden.
Een Grote karekiet (Acrocephalus arundinaceus) blijft zijn rusteloze zelf op een rietstengel. Hoe vaak ze hun vaste toertjes vlogen op zoek naar insecten die ze konden verschalken, het is niet te tellen geweest !
Ook bij de Purperreigers (Ardea purpurea) was het een drukte van belang, misschien omdat er voor enkelen van hen ook bijna de doopsuiker op tafel gezet mocht worden ? Sommigen kwamen op amper tien meter van onze telelenzen hun late lunch verorberen. Een grappige observatie deden we steeds als de Purperreiger het geluid of beweging vanuit de kijkhut niet helemaal vertrouwde. Dan begon de sierlijke nek zich in de lengte helemaal uit te rekken en langzaam mee te wiegen met het riet in een acte van gedragscamouflage zoals op de laatste foto.
Maar waakzaam bleven die diepliggende zwarte pupillen steeds.
We brachten enkele uren per dag door in deze kijkhut en hebben alle weersomstandigheden zien passeren, tot een zware stortbui van vijf minuten toe. Opvallend hoe het leven op de vijveroppervlakte dan doorgaat maar in de lucht alles stil ligt. Alsof Zaventem gesloten is.
Af en toe passeerde er een onverwachte bezoeker in de luidruchtige gemeenschap op La Sous, zoals deze Kleine zilverreiger (Egretta garzetta).
Zoiets kon vaak tot wrevel lijken met de "vaste klanten" van die ene tak ... Privacy is schaars op zo'n drukbezette vijver en territoria worden hevig verdedigd.
Een uitstekend voorbeeld hiervan was de volgende fotoreeks van een vrouwtje Tafeleend (Aythya ferina) die ik een half uur observeerde. Ze lijkt onschuldig genoeg, steeds haar ranke zelf in het water aan het propelleren voor het volgende hapje.
Tot er plots een moeder Meerkoet (Fulica atra) verschijnt uit het niets van het dichte riet. Haar jong laat ze achter om die vreemde indringer een lesje te leren. De Tafeleend laat zich niet doen.
De Meerkoet stond ook haar mannetje, euhm, vrouwtje. Maar de Tafeleend is een duikeend en wist dus steeds te ontsnappen onder water. De Meerkoet dook haar meermaals achterna te midden van wild omhoog spetterende waterdruppels, toch mocht het niet baten.
De Tafeleend rekt zich uit, ze heeft haar kostbare voedselplaats veilig gesteld. De Meerkoet druipt af met haar jongen.
Lang kan onze vriendin echter niet op haar lauweren blijven rusten, een andere duikeend, nu een mannetje Kuifeend (Aythya fuligula) vindt dat plaatsje ook wel interessant. Zo'n interesse moet snel in de kiem gesmoord worden. Nog voor hij het goed en wel doorheeft zit zij hem al achter de veren.
Alle inspanningen waren het waard, eindelijk kan ze weer rustig en sierlijk duiken en haar buikje verder rond eten.
Purperreigers trekken zich van alle commotie niets aan. Het zijn grote vogels -wel iets kleiner dan onze bekende Blauwe reiger (Ardea cinerea) die af en toe in de tuin een goudvisje rooft- en hoeven zich ook niets aan te trekken van territoriaal kabaal.
Ook hier zijn er problemen met exoten, regelmatig zien we een Muskusrat (Ondatra zibethicus) of zoals hier een Beverrat (Myocastor coypus), zo groot als een jong zwijntje, voorbijzwemmen. Allebei zijn ze van Amerikaanse afkomst: de Muskusrat werd voor de vroege twintigeeuwse pelskwekerij uit Noord-Amerika gehaald zoals de Beverrat uit Argentinië werd gehaald. Desondanks is het nog wel boeiend voor een taxonoom om een Beverrat te zien zwemmen: het is namelijk de enige nog levende soort van de familie Myocastoridae en het enige lid van het geslacht Myocastor. De Muskusrat behoort tot een onderfamilie onder de woelmuizen.
Zodus vergleden de rustige en toch spannende uren in de observatoire.
Op een avond zijn we getuige van een klein groepje spreeuwen (Sturnus vulgaris) die zich steeds meer en meer uitbreiden en blijven rondvliegen tot ze eensklaps besluiten hun slaapplaats op te zoeken. Dit fenomeen noemt men "murmuration".
En zo sluiten we weer een dag af, we zijn als enigen in de grote kijkhut overgebleven, vol van natuurliefde en verwondering...

PS : helaas bleek Picasa, mijn fotowebsite, bij deze blog en de vorige Brenne blog helemaal niet betrouwbaar te zijn in het uploaden van de foto's. Zo is de eerste foto van de Witwangstern helaas veel te bleek doorgekomen en heb ik er enkele foto's moeten uitlaten wegens plots veel te lelijk met pixellering en bleekheid. Dit viel niet te verhelpen, zelfs niet als ik de foto apart donkerder maakte, apart opsloeg en uploadde. Ik snap er niks van want het is pas nu dat Picasa webalbums zo moeilijk doet ... Wonderen der techniek ... Als er iemand tips heeft ? Anders moet ik naar een andere fotohost en dat zie ik ook niet zitten maar de kwaliteit van deze blog moet wel intact blijven !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten