"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

dinsdag 13 augustus 2013

Ingedijkt Zeeland

For most of history, man has had to fight nature to survive; in this century he is beginning to realize that, in order to survive, he must protect it.

Jacques-Yves Cousteau
Er is geen enkel land dat zo overduidelijk de sporen draagt van het gevecht tegen de natuur dan Holland. Al eeuwenlang vechten Nederlanders tegen de zee en het water op de drassige gronden van hun lage landerijen. Dijken, grachten, molens, afsluitingen ... alles werd ingezet om te winnen. En winnen deden ze. Ontpolderingen werden het succesverhaal van het land. Nieuwe steden verrezen op gronden waar slechts een aantal jaren voordien nog platvissen de bodem afschuimden. Het zit in de Hollander zijn geest ingebakken. Land is alles. Daarom is het zo moeilijk om hen te overreden de mariene natuur terug een kans te geven op de eens zo moeizaam veroverde polders. Denk maar aan het verhaal van de Hedwigepolder dat al jaren aansleept: in een verdrag met Vlaanderen onderschreef Nederland het belang van de ontpoldering van ruim 650ha landbouwgrond zodat de getijdennatuur van de Westerschelde, uniek in Europa, terug alle kansen krijgt. Soms loont dat de moeite, zeker in ontwilderde tijden als vandaag. Een van de provincies dat meermaals getekend werd door waternoodsrampen is Zeeland. Nu is het een bloeiende provincie vol natuurwaarden en toeristische trekpleisters, doorsneden door indrukwekkende dijken en bovenal de Deltawerken om de grillige Oosterschelde te temmen. Dat is meer dan gelukt, de Oosterschelde verliest stilaan haar zilte karakter en is nu een populaire bestemming voor duikers en zeilers. Begin juli bezocht ik deze provincie weer, voor een hernieuwd contact met de Noordzee. Een kleine impressie ...
Kinderen denken niet aan de kwalijke streken van de zee of de invloed van de mens op zijn landschap. Zij spelen en richten prachtige, vergankelijke bouwwerken op in het zand.
Ook voor Darko telt alleen het nu. En het balletje.
In de ondergaande zon lichten de zeilboten in een volmaakt diepgekleurd schilderspalet. Ook dit is Holland. Want ondanks hun gevecht met de zee sinds eeuwen heeft de doorsnee Nederlander, zeker hier in Zeeland, een zoutgerand hart.
Om de stranden lekker zanderig te houden zijn strandhoofden nodig die de wegspoelende stroming van de golven breken en zo erosie van de stranden tegengaan.
Meeuwen profiteren er mee van, het strand biedt voedsel en rustplaatsen als de strandgangers naar huis zijn.
Na heel veel heen- en weergeloop is Darko eindelijk moe. Even rusten, neerploffen op het zand, het is zowel voor de hond als voor het baasje een aanrader op deze mooie avond. Een zeebriesje licht af en toe de haren op.
Aan het water vervlieten even snel als ze gekomen zijn vier amazones op hun paarden, het geklepper van de hoeven en de kracht van de zware lijven komt boven het golfgeruis uit.
Twee jaar geleden bekende ik mijn voorliefde voor mooie strandhutjes. Dat roept de zomer op. En wat voor zomer kregen we dit jaar ... Daar is dit simpel staaltje huisvlijt niet vreemd aan denk ik.
Dan zijn we weer aan het dwalen langs de af en toe loeiende koeien van de platte en diepgroene polders, op de achtergrond steevast een kerktoren die het landschap orneert zoals hier in Domburg.
Maar verrassend waren de wegen in de polders, hier rond Domburg afgelijnd met metershoge hagen, ideaal voor vogels, insecten en een sporadische slanke marterachtige die snel het struikgewas induikt zonder zich te bekommeren om juiste determinaties.
Trieste getuige van de geschiedenis is deze oude bunker, nu begroeid, vergeten en bespoten.
Niet te vergeten is de intelligentie van Kauwen (Corvus monedula) die perfect weten waar mensen aan het ontbijten zijn. Een nieuwe dag betekende hier in Domburg de kruimels van het ontbijt in het gras gooien onder het toeziend oog van de Kauwtjes.
Een andere getuige van menselijke inmenging is deze vliedberg. Vliedbergen, hoewel behoorlijk bediscussieerd, zijn nog steeds een raadsel maar de consensus is dat het verhogingen waren, door mensen opgeworpen, waarop een mottekasteel gebouwd kon worden. In de late middeleeuwen, 12e tot 14e eeuw, was er namelijk geen centraal gezag en de diverse heren moesten zich steeds weten te verdedigen.
Vliedbergen worden vooral aangetroffen in de provincie Zeeland en kunnen van vijf tot twaalf meter hoog zijn. In het lage landschap zijn het dominerende zichten.
Eveneens dominant, naar Hollandse gewoonte, zijn de grachten voor de afwatering van het gebied. De bekende windmolens waren ook mee ingeschakeld tot een niet zo ver verleden als waterpomp. Men moest actief blijven vechten voor het land.
Hedendaagse Hollanders genieten nu vanop hun stalen ros op zeer goede fietspaden van het afwisselende landschap in Zeeland. Duinen, dorpjes en polders wisselen af met strandzichten.
Ook ik ben op het zadel geklommen voor een verkenningstocht van 85km langs de eilanden Noord- en Zuid-Beveland. Een van mijn doelen was de Oosterscheldekering en Neeltje Jans, onderdeel van de Deltawerken. Een afsluitdijk met sluizen die op rustige dagen de connectie van de Oosterschelde met de Noordzee verzekeren maar bij stormweer een onneembare vestiging vormen voor het samenspel van wind en water.
Als kind was ik er al door gefascineerd want eigenlijk is het geheel een machtige, levende machine. Als bioloog gezien kan het altijd beter met de connectiviteit -denk maar aan de ingesloten Bruinvissen (Phocoena phocoena)- maar als ik me terug verplaats in het kind dat ik was, met de betovering van techniek, dan voel ik terug de ontzag. Een ontzag die gestalte krijgt door de naam, oorspronkelijk van een boot die op de zandplaat, het fundament van Neeltje Jans, vastliep maar eigenlijk de volkse benaming van de heidense godin Nehalennia. Nehalennia was een inheemse beschermgodin die in het begin van onze jaartelling in Gallia Belgica vooral door zeelui vereerd werd rond de Scheldemonding. Haar cultus is ons enkel bekend door altaren die gevonden werden hier in Zeeland. Ze beschermt nog steeds haar stamvolk.
Van de verschillende rampen van het verleden is weinig meer te zien. De rust heerst op deze warme zomerdag. Ver weg van de toeristische drukte van de stranden genieten fauna en flora van de zomer.
De zeebries zorgt ervoor dat het aangenaam fietsen wordt langs de Oosterschelde. Een eenzame visser en een paar andere fietsers kom ik nog tegen maar het is duidelijk dat dit een ideale détente is na een intensieve maand voorbereidingen en thesisverdediging.
Het wordt stilaan een mantra maar reizen, hoe kort ook, is zich ook laten verrassen door toevallige ontmoetingen. Zoals vader en zoon bij deze Citroën ID19 uit 1967. De vader, die hem speciaal voor mij in het zonnetje reed voor foto's, had hem uit Frankrijk gehaald eenentwintig jaar geleden met slechts 100 000km op de teller en heeft hem liefdevol gerestaureerd. Een prachtige rijmachine met de Franse slag, de soepel lopende motor is daar niet vreemd aan net als de hydraulische vering die de auto een zwevende kwaliteit geven.
Dan ben ik weer op de trappers, de dijken op richting de Inlagen van Colijnsplaat. Diverse vegetatievormen vergezellen mijn tocht op de schrale ondergrond van de stenen dijken. De Inlagen van Beveland (in het lokale dialect ook kupen genoemd) zijn overblijfselen van in het verleden verdronken polders die buffers vormden tussen de zee en de achterliggende polders. Door hun verzilting waren ze voor de landbouw waardeloos, nu zijn het authentieke rijke natuurgebieden.
Zo bloeide er overal dit vetplantje: Muurpeper (Sedum acre). Het is, zoals andere vetkruiden, geen veeleisende plant die voorkomt op droog zand, tussen stenen, muren of op rotsen, mits de ondergrond maar wat kalk bevat. Heel typisch is dat het plantje naar peper smaakt.
En terwijl een vissersboot naar de veilige haven terugkeert ...
... is Holland nog steeds bezig met dat eeuwige gevecht tegen de zee. Het blijft een hele uitdaging in de 21e eeuw met de komende klimaatsveranderingen ... Toch slaagt Zeeland tegenwoordig erin haar gevecht zachtjesaan te doen zonder de natuur te bruskeren. Integendeel, vele polders zijn natuurreservaten en de uitgestrekte stranden en duinengordels bieden vele kansen aan de bijhorende flora en fauna. Altijd een prachtige streek voor een korte biologentocht !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten