"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

woensdag 13 maart 2013

Algarve - een beetje cultuur

"In the end, it's not the years in your life that count. It's the life in your years."
Abraham Lincoln
Hoe graag ik het ook zou hebben, het leven is niet alleen maar natuur. Wij als mensen behoren tot een maatschappij en wij staan in relatie tot elkaar, elke dag, zoals elke dierenpopulatie ook elke dag onderling communiceert. Wij hebben, net als bijen, dolfijnen en zovele andere sociale dieren, een cultuur waarbij ook nog een boeiende historiek aan verbonden is door onze inherente organisatiedrang. Dan krijgt men trotse, verlaten burchten, bescheiden kerkjes, opulente gebedshuizen, versierde huizen, ... Een menselijke stempel, en natuur is daar ook in aanwezig, het is tenslotte onze omgeving en onze geboortegrond. Ook zo in de Algarve...
Want in het zuiden leeft de geschiedenis en cultuur, soms nog net iets meer dan in het noorden misschien. Het eerste dat mij opviel toen Siel ons Tavira binnen leidde, dat kleine stadje langs de kust, waren de vele kerken -meer dan twintig zouden er zijn- en dit straatnaambordje. "Calçade dos sete cavaleiros" verwijst naar zeven legendarische Christelijke ruiter-ridders die de regio trachten te bevrijden van de Moorse bezetter en in de strijd sneuvelden. Deze laan ligt langs de Igreja de Santa Maria do Castelo, een 13e-eeuwse kerk vlak naast de oude verdedigingsburcht. Hier liggen de graven van de zeven ridders. De harde strijd tussen het Christendom en de Islam in vroeg-middeleeuws Zuid-Europa is hedendage nog steeds verbeeld in namen en tastbare overblijfselen zoals ik bijvoorbeeld vorig jaar in de Pyrenneeën ook zag -met het Castillo de Loarre-.
De Igreja de Santa Maria waakt over het elegante stadje samen met een ander achtergelegen kerkje en de Castilo de Tavira, waarvan de basis een Neolitische oorsprong kent. Deze burcht was in de 12e en 13e-eeuw een belangrijk fort voor de Moren tot de herovering van de stad, door historici gedateerd in 1242 ongeveer, door de ridders van de orde van Santiago. In 1520 kreeg Tavira stadsrechten en was het de belangrijkste handelsplaats en haven van de Algarve tot de 18e eeuw.
Nu is het fort een vreedzame plaats met een interessante tuin en mooie uitzichten op de oude stad, zoals Sarah en Carl hier beleven.
Interessant waren namelijk de vele planten uit Zuid-Amerika, een knipoog naar het koloniale verleden van Portugal, zoals deze Chuva-d'ouro (Pyrostegia venusta) die oorspronkelijk uit Brazilië en Paraguay komt maar nu een populaire tuinplant is.
Dat Tavira een gezellige indruk maakt heeft het zeker aan haar geschiedenis als havenstad te danken maar ook aan de smalle, fel gekleurde straatjes, de gewoonlijke zwerfhonden en de occassionele muzikant.
Een andere bezienswaardigheid is deze brug op zeven bogen in Romaanse stijl maar met een uiterlijk uit de 17e eeuw, de periode waarin de handel bloeide. Het overspant de Gilão rivier die nu nog vissersboten herbergt en waar we langs de kade ook een vismarkt aantreffen voor grote opkopers.
Na Tavira is Faro een logische keuze, ze liggen op slechts dertig kilometer van elkaar en ook Faro staat met zijn voeten in een diepe historische grond. Ook al wegen de jaren een beetje op het uiterlijk van de stad, ze is nog steeds behoorlijk levendig als belangrijkste stad in de Algarve.
Ooievaars (Ciconia ciconia) zijn hier al terug aanwezig of ze zijn overwinteraars en nestelen door de hele stad heen, in de streek worden ze beschouwd als geluksbrengers. In 2009 maakte ik in Silvès mee dat een grote supermarkt een nest van deze witte frêle vogels met rust liet toen ze kozen om op hun naamsbord te nestelen. Men stapte onder het nest de deuren van de moderne supermarkt binnen. Ik vond het hartverwarmend, een voorbeeld van hoe mens en natuur samengaan. Ooievaars verkiezen namelijk menselijke bebouwing, niet alleen op trek waar de hogere warmte van bebouwing voor meer thermiek zorgt maar ook in hun keuze van nestplaatsen. Mensen bieden hoge nestplaatsen en hoge nestplaatsen bieden op hun beurt bescherming tegen predatoren.
Een beetje uit het centrum gelegen staat de trotse, in barokstijl opgetrokken, Igreja do Carmo, oorspronkelijk opgericht in 1719 met de opbrengsten van het Braziliaanse goud, de toenmalige Portugese kolonie.
Typisch barok is het enorme, met bladgoud versierde, altaar achterin de kerk, een ware reflectie van de rijkdom van die gouden koloniale tijd en de toenmalige macht van het Christendom.
Maar we zijn hier voor iets dat wat verstopt ligt achteraan in een smal tuintje achter de kerk. Hier ligt de Capela dos ossos, de Beenderenkapel. Gebouwd in de negentiende eeuw uit menselijke beenderen -vooral dijbeenderen- en zo'n 1245 schedels is het nu een oefening in bescheidenheid en de vergankelijkheid van het leven. Erg krachtig. En dat voor een klassiek geval van recyclage en noodzaak. Het is een getuige van een lang in stand gehouden katholieke traditie van knekelhuizen, een oplossing voor begraafplaatsen die ruimte moesten maken voor de doden die erbij moesten liggen. Tegelijkertijd was het een belangrijke katholieke boodschap over de beperkte duur van het leven, de filosofische beschouwingen van het hiernamaals en het belang van ingetogen te leven om de eeuwigheid van de hel te vermijden.

Het is niet het enige voorbeeld van zulke spaarzame en licht-macabere bouwkunst, in Evora (Portugal) staat er bijvoorbeeld een nog veel grotere Franciscaanse beenderenkapel.
De symmetrisch gemetselde beenderen en schedels zijn deze van zo'n 1200 monniken van de orde van Karmelieten die opgegraven werden in 1816 door dezelfde orde. Wanneer men in de ogen kijkt van één van de vele schedels kijkt men in de oogkassen van een -toch wel erg kleine- man die omstreeks 1245 leefde. Het is een vreemd gevoel die de ruggengraat beroert. De inscriptie aan de ingang omschrijft het perfect: "Pára aqui a considerar que a este estado has-de chegar" : "Stop hier om te bedenken dat dit ooit uw toestand zal zijn."

Eerlijk gezegd vond ik dit het mooiste religieuze monument dat ik ooit zag, puur door de bescheidenheid. Dat siert de mens en zou onze wereld veel meer ten goede komen, en niet alleen in ecologische zaken ... We zijn hier maar kort vergeleken met de hele geschiedenis van de aarde en de evolutie. Laat ons er dan ook iets blijvends en positiefs mee doen.
Na de heldere luwte van het knekelhuis komt men dan terug buiten onder de blauwe hemel waaronder de vele korstmossen op de stenen schitteren van leven en komt er een eenzame, vitale kat op de grafstenen aangelopen...
... en neemt Moedertje Natuur haar plaats langzaam weer in op deze menselijke overschotten...
En dan waardeer je vriendschap des te meer natuurlijk !
In de late en verrassend warme namiddagzon lopen we langs de kleine haven van Faro waar deze Geelpootmeeuw (Larus michahellis) ons aanstaart, deze soort is hier in het Middelandse zeegebied en de zuidelijke Europese regionen de ecologische vervanger van de ons goed bekende Zilvermeeuw (Larus argentatus).
Een ander verrassend trefpunt tussen menselijke techniek en de natuur is de spoorlijn die in Faro station eindigt en langs het estuarium spoort.
In zuidelijk Europa moet je ook altijd kennis maken met de locale markten vind ik. Zij geven net zoals hier goed de gewoonten en samenstelling van de bevolking weer. Zo ook hier op de zaterdagmarkten van Loulé. Loulé is een wat ingeslapen stadje dat nu ongewoon druk bleek te zijn wegens het uitbundige traditionele carnaval. Niemand van ons reisgezelschap heeft veel op met dit groot feest dat hedendage voor volwassenen vooral een excuus is om zichzelf belachelijk te kleden en zat te drinken, dus we zorgen wel dat we er uit de buurt blijven.
Het zorgt wel voor rustige markten zoals hier de wekelijkse vis- en groenten/fruitmarkt in de markthallen.
Dit is voor ons, reizende studenten en biologen, vaak een unieke aangelegenheid om een andere kant te zien van het land en de regio die we bezoeken. Zoals deze kwieke senior die snel een appelsien van zijn eigen verkoopwaren schilt voor een tussendoortje...
Of de vele groepjes Portugezen die in rap staccato, dat voor ons één grote warboel van klanken lijkt te zijn, hun belevenissen, roddels en nieuwtjes uitwisselen. De straten zijn bezaaid met dat andere typisch Portugees aspect, de oude witte bestelwagens die nog steeds in dienst zijn en in dit land zonder sneeuw en strooizout nog niet weggeroest zijn uit het straatbeeld. Het toont een land dat trots volhoudt ondanks de lagere inkomsten en zwakkere sociale zekerheden vergeleken met West-Europa. En bovenal toont het mensen, elk met een unieke karakter en achtergrond, elk met een unieke stempel op hun evenzeer unieke levens...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten