"Et j'irai loin, bien loin, comme un bohémien, Par la Nature, - heureux comme avec une femme."
Arthur Rimbaud

maandag 29 augustus 2011

Heimwee naar het noorden

Mijn ogen dwalen over woorden
op een bureau verschijnen dromen
van verre wilde oorden
ruisende rivieren en bulkende bomen
Heimwee in mijn visioenen
naar landschappen die je zou kunnen zoenen

Een gemis dat zich blijft beroeren
een verlangen om eindeloos te toeren
dat herleeft binnen deze muren
In deze roes van drukte en spitsuren
op zoek naar ontsnapping en een uitweg
Heimwee naar rustiger oorden
met elanden op de weg
Een droom van het wondermooie noorden

VAG, 2011


25 juli, het is kwart voor zes 's morgens en zelfs de wekker is nog niet aan het ontwaken. De adrenaline in onze dromen, veroorzaakt door de hoge verwachtingen van de twee biologiestudenten, zorgde voor een voortijdig wakker worden. Rein, die bij mij bleef logeren, en ik hebben niet zoveel geslapen na het nachtelijke speculeren over de Zweedse natuur en de lokale schonen maar we zijn klaarwakker en na een spiegeleitje als ontbijt zijn we fit genoeg voor deze langverwachte dag. Rond zeven uur passeert Pieter, de enige econoom van deze "expeditie" met zijn bagage die in de al vrij volle Passat geladen wordt. Dan kunnen we mijn dorp verlaten en Lore, ook een biologe, ophalen zodat de Passat bijna uit zijn voegen barst van de vele bagage en bijhorende biologische artefacten zoals vishengels, een rubberbootje tot een mini-barbecue toe. Eindelijk ! Eindelijk zetten we koers richting Zweden, de opwinding zit er goed in samen met de muziek die via een usb door de luidsprekers stroomt.

Eerst overnachten we na 1000 kilometer rijden in Denemarken en bezoeken we de dag erna "en passant" nog Kopenhagen. Dit was een beslissing die in goede aarde gevallen is want ondanks de identiteit van een hoofdstad is Kopenhagen een gezellige stad gebleven met de sfeer en allure van onze eigen studentenstad Leuven maar in Kopenhagen bepaalt de zee ook het leven en het aanzien van de stad.

Vele kades zijn tevens ontspanningszones zoals in Nyhavn waar de gewoonte bestaat om rustig een pintje te drinken met de voeten boven 't water bengelend. Ook Amaliënborg (het koninklijk paleis), de spiraaltoren van Christianshavn en dergelijke zijn leuke zienswaardigheden.

Maar we kunnen haast niet wachten om voet op Zweedse bodem te zetten en verlaten rond 17u de stad om de 16 kilometer lange brugverbinding over te steken waarna we eindelijk Zweden binnen kunnen rijden.

Eindelijk. Zweden, we gaan het leren kennen als een waar Europees safari-land, met overal mogelijkheden tot het zien van grote en kleine dieren die bij ons ondenkbaar zijn maar ook een zeer natuurlijk gebleven open bergachtig landschap met uitgestrekte wouden en een heerlijk lage bevolkingsdichtheid eens naar het noorden toe. Een land met gigantische meren en de voor ons ongekende waarschuwingsborden voor passerende sledehonden of sneeuwscooters. Het is fonkelnieuw en toch voelt het als thuis aan voor de biologen van ons groepje. Ook het wild kamperen, dat in Zweden toegelaten is, is daar niet vreemd aan.

We vinden een kampeerplek aan een klein meertje en dichtbij een natuurreservaat ergens tegen Ludvigsborg. Een kampvuur wordt na wat moeite aangestoken en door iedereen wordt hout aangedragen, een zak marshmallows en een fles rosé en de dag eindigt met een stemmig gelukkig gevoel. Voldaan worden de slaapzakken opgezocht, de harten hunkerend naar meer avontuur.

De volgende voormiddag bezoeken we het kleine reservaat waar we onder andere een vrouwtje Edelhert (Cervus elaphus) in de hoge ondergroei opschrikken. Vele vlinders foerageren op de heide en distels zoals deze Keizersmantel (Argynnis paphia) maar ook Citroenvlinders (Gonepteryx rhamni), Kleine vuurvlinders (Lycaena phlaeas) en Kleine ijsvogelvlinders (Limenitis camilla) passeren de revue.

Pieter, van nationaliteit zowel Belg als Zwitser, amuseerde zich danig met overal op te klimmen en zo onschuldige biologen te beloeren als een ware paparazzifotograaf.

Maar ook deze gigantische paddenstoel stond parmantig tussen de bramen; vergelijk zijn grootte maar eens met mijn Bynnex Everest 10x42 verrekijker ...

Dan is het middag en tijd om richting Stockholm te trekken. Na 500 kilometer vinden we dertig kilometer onder de hoofdstad een heel aantal fjorden waar we overnachten en de volgende morgen om zeven uur ook een bad in nemen; een heel speciale ervaring.

Stockholm zelf is, net als Kopenhagen en Oslo, een stad die sterk gebonden is aan water. De kaden zijn hier nog ruimere wandelpromenades en de vele woonboten zijn ook halve attracties.

Wilde dromen om deze boot te enteren en te genieten van deze hangmat werden even snel als ze opkwamen terug opgeborgen met een glimlach, we hadden nog 'n volle planning !

De Zweden en Noren zijn zich bewust van de fragiliteit van het milieu, slachtoffer als ze waren van de zure regen gedurende de jaren '70 en '80. Ethanol- en aardgasaangedreven voertuigen orneren de drukke straten waar in Oslo dit elektrische wagens zijn. Daarnaast heeft Stockholm ook een groen imago door een streng milieubeleid dat geïllustreerd wordt door deze stenen monumenten die steeds rechtstreeks de toestand van lucht- en waterkwaliteit en daarnaast nog andere factoren belichten.

De grootste verrassing was voor ons toch wel deze bij ons zeldzame vlindersoort : een Rouwmantel (Nymphalis antiopa) midden in de stad in een zeer drukke winkelstraat. Toen Lore hem ontdekte konden we eerst ons niet van de indruk ontdoen dat het toch wel een zeer goed gelukte imitatie ging tot het beestje overtuigend bewees dat het "the real deal" was... Het is een zeer zwerflustige soort maar de verrassing bleef !

Het is niet toevallig dat Lore de Rouwmantel opmerkte want het was zij die de winkels lustig bekeek naar de vele mooie dingen in de etalages zoals ook deze foto toont. Dit zijn "Dala" paarden, een traditioneel object dat zijn oorsprong vond in de lange winteravonden rond het haardvuur in de noordelijke houten hutten enkele centennia geleden. Stukken hout namen vaak de vorm van paarden aan in de gegroefde handen omdat deze zeer waardevolle dieren waren voor die houthakkers en boeren van weleer. De motieven die nu nog erop geschilderd worden zijn evenzeer traditioneel; ze worden "Kurbits" genoemd en zijn zowat 150 jaar oud. Het werd vooral als kinderspeelgoed gemaakt maar is nu ook een nationaal symbool van Zweden samen met de elanden en rendieren die hier massaal rondzwerven.

Na het oude centrum gingen we naar het Vasa museet, een museum door iedere bezoeker van Stockholm en iedere reisgids aangeraden. De toegang was voor studenten 8€ en dat viel goed mee gezien de kwaliteit van het museum en de interactieve opzetting. Het is nu de trots van Zweden maar de Vasa was eigenlijk een mislukking; wat het vlaggenschip van 18e eeuws Zweden had moeten zijn in de oorlog tegen Polen zonk op haar eerste uitvaart in de monding van haar thuishaven ... In de jaren '50 werd ze opnieuw ontdekt in een uitzonderlijke staat van conservering door het brakke water. In 1962 werd ze geborgen en tentoongesteld, nu in een eigen klimaatgestuurd museum met al haar bijhorende artefacten en een beeld op het zeevarend Zweden van toen. Erg boeiend !

De volgende dag reden we richting het noorden, rond Krokom (dichtbij Ostersund) zouden we lang blijven. Eerst een avond aan een rivier vol forel; daarna twee nachten op een kampeerplaats in Kaxås. Vele avonturen, zoals vishaakjes die vastzaten en een platte batterij op zaterdagavond met een ouder echtpaar die wel wat Engels verstonden en ons aan startkabels hielpen, bleven onze reis vergezellen.

Kampeerplaatsen zoeken vergde veel van mijn nieuwe Passat die nogal eens slechte wegen of ultrasteile hellingen moest doen zoals deze foto toont.

Maar de beloning voor het labeur op de slechte wegen werd vaak genoeg beloond met idyllische plaatsjes zoals deze oude molen en de vooraf genoemde forellenrijke rivier.

Lore en Rein vingen vlot vissen met Rein's vishengels, Pieter en ik sukkelden wat met mijn hengels die de reis niet overleefd hadden qua mechaniek...

Toch ving iedereen minstens een vis en het resultaat voor ons avondmaal mocht er wezen.

De forel werd gekuist en op de mini-barbecue gegrild in aluminiumfolie. Samen met couscous gekookt met een bouillonblokje en gemixt met erwten en wortelen was dit een waar diner voor hongerige kampeerders als wij. Versere forel dan dit was onmogelijk en we aten lustig erop los terwijl de schemering inviel.

Het donkerste van de nacht was rond middernacht, nog steeds een schemering terwijl het na twee uur 's nachts al terug lichter werd. Nog zo'n eigenaardigheid van het zomerse noorden voor Belgen als wij. Weeral trokken we voldaan in de slaapzakken, verlangend naar fysieke rust om terug fit te zijn voor de verdere reis ... Want de Zweedse natuur had ons nog heel wat te bieden en dat ging nu komen !

Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten